Maar zweefvliegen is niet enkel het piloteren van een machine.
Je moet even veel houden van
de buitenlucht,
de zon,
wolken,
de kameraderie,
het kampvuur,
sterke verhalen,
de menselijke geest die de natuurelementen de baas blijft,
het vakkundig hanteren van gesofistikeerde uitrusting,
de zoektochten naar een kameraad die god-weet-waar-ergens geland is.
Zweefvliegers zijn een speciaal volkje.
Je kunt dan wel die gestroomlijnde machine besturen
en ze weer heelhuids op de grond zetten,
zonder gevaar voor jezelf
of voor anderen,
maar eigenlijk sta je dan nog maar aan het begin.
Er is de kunst van het boven blijven.
Er is de kunst van het kennen van je eigen grenzen.
Er is de kunst van het verleggen van die grenzen, zonder risico's te nemen.
En dan,
heel misschien,
als je ooit de absolute top bereikt,
breek je wel eens een wereldrecord.
Want je bent niet alléén in de lucht.
Als bestuurder van een luchtvaartuig
draag je een grote verantwoordelijkheid voor jezelf,
en voor andere mensen op de grond en in de lucht.
Er bestaat een uitdrukking in de luchtvaartwereld:
"De piloot is schipper na God".
Dat wil zeggen:
Na alle regels en reglementen
is het uiteindelijk de piloot
die er helemaal alleen voor staat
en de juiste beslissingen moet nemen.
Zweefvliegen
is iets voor mensen
met verantwoordelijkheidsgevoel
en veel gezond verstand.